Voor veel wandelaars is het Noorden van Corfu de meest populaire streek. De groene berghellingen van het Pantokrater-massief bieden volop uitdagingen en avontuurlijke tochten. Toch is ook het vlakkere en drogere zuiden van het eiland beslist de moeite waard om te voet te ontdekken. Dit deel is niet alleen veel rustiger, het is verrassend afwisselend en ongerept, met strandjes en stranden die je in het voor- en naseizoen grotendeels voor jezelf hebt. Op zoek naar flamingo’s op Zuid-Corfu.

Zicht op de zoutpannen

 

Een warm windje waait over de uitgedroogde en gebarsten grond. Het ziet er een beetje uit alsof we over de bodem van een drooggevallen zee wandelen. En eigenlijk is dat ook zo. In de winter loopt dit stukje Corfu namelijk onder water. In het voorjaar trekt de zee zich terug en droogt de zon de zilte bodem uit. Vanaf de 15de eeuw tot aan 1988 werd hier in de zoutpannen zout gewonnen, volgens het eeuwenoude principe van verdroging en verdamping. Het nabij gelegen gehucht Alikes was de plaats waar het zout werd verwerkt en verhandeld. Nu zijn de zoutpannen niet meer in gebruik en is er een wonderschoon en verlaten landschap ontstaan, dat ook erg in trek is bij vogels, waaronder flamingo’s. Die zijn er nu niet, de pannen staan droog. Flamingo’s foerageren graag in laag water, op zoek naar lekkere hapjes.

Restant van het pomphuis

Eenzaam

Vandaag hebben we de zoutpannen vrijwel voor onszelf. Het uitgestrekte gebied ligt er stil en verlaten bij. Een vervallen schuurtje met roestige machines is alles wat er over is van wat ooit het pomphuis is geweest. Hier werden de pannen naar believen vol of leeg gepompt. Als je goed kijkt kun je de verschillende zoutbekkens nog onderscheiden, van elkaar gescheiden door een kleine verhoging en afgezet met verweerde houten paaltjes. We zijn onze wandeling begonnen in wat je met enige fantasie het centrum van Lefkimi zou kunnen noemen. Lefkimi is de grootste plaats van zuidelijk Corfu, maar van een echt samenhangend geheel kun je niet spreken. Het is een aaneenklontering van dorpjes. Het deel dat nog steeds Potami genoemd wordt door de oorspronkelijke bewoners heeft een kanaaltje dat een open verbinding met de zee heeft. Langs het watertje zijn een paar taverna’s te vinden en vissers proberen iets eetbaars uit het ondiepe watertje te hengelen.

Langs de rand van de zoutpannen

Op pad

Na ruim een kilometer het kanaaltje richting de zee te hebben gevolgd komen we in wat wilder gebied terecht. Riet is hier hoog opgeschoten, een verwilderde en verdroogde boomgaard met sinaasappelbomen bepaalt het decor. Huizen staan er nauwelijks, alleen een stoffige grindweg die richting de zoutpannen loopt. Wat verderop staan dan wel weer wat bewoonde huisjes en huizen. Een blaffende hond aan de ketting, rondslingerend speelgoed in de tuin, maar geen mens te bekennen. Het is een goede opmaat voor wat we bij de zoutpannen te zien krijgen: de grote, weidse leegte, met geen enkel ander mens in het droge landschap. Op wat lage vegetatie na, die kennelijk gedijt op deze zilte ondergrond, is er bar weinig dat vrij zicht op de horizon belemmert. Aan de overkant ontwaren we een kleine kerk. De markante ligging vlakbij de zee, plus het feit dat we hier de eerste echte geschikte zitplaats (bankjes!) treffen, maakt dat we hier neerstrijken voor een pauze.

Alikes beach

Bewoonde wereld

Dan is het nog maar een paar honderd meter naar Alikes, dat bestaat uit een smal strand, een paar huizen en een klein hotel dat wordt uitgebaat door een Griekse familie. Die schuiven ons onmiddellijk een menukaart onder de neus als we neerstrijken op het terras aan zee, maar we beperken ons tot een cola. Hier komen nauwelijks toeristen en dus betaal je slechts € 3 voor twee flessen echte cola light. Inclusief aardige bediening en uitzicht over de lange , gammele houten steiger waaraan uitsluitend kleine bootjes kunnen afmeren. Dit is Corfu op zijn leukst!

Oerwoud

De volgende etappe van onze route gaat door het binnenland. Al snel lopen we een landweg in die naar een afgelegen huis voert. Olijfbomen van honderden jaren oud groeien gebroederlijk zij aan zij met dennenbomen die minstens zo oud zijn. Aangevuld met verwilderd struikgewas dat is overgroeid met struikwinde wanen we ons al snel in een soort mini-oerwoud, waar een wirwar aan paden doorheen slingert. We volgen het smalle pad en stuiten tot onze verbazing op een fel rood-wit geschilderde schrijn, midden in een veldje dat omzoomd is met olijfbomen, Ongetwijfeld wordt hier een heilige aanbeden, of een geliefd familielid herdacht (of allebei).

Kira's ton Angelon

Kira’s ton Angelon klooster

Kloosters, kerken en bier

Ons pad komt uit aan de rand van Lefkimi, pal naast het Kira’s ton Angelon klooster, een nonnenklooster dat dateert uit 1696. De toegangspoort is vandaag hermetisch gesloten, maar er schijnen nog twee nonnen te wonen die vol trots hun kloostertje laten zien aan belangstellenden. Maar ja, vandaag dus niet. Evengoed kom je als toerist met interesse in religieuze objecten wel aan je trekken in Lefkimi. Tijdens onze tocht terug naar het kanaaltje in Potami tellen we een tiental kerken en kapelletjes. Na ruim 1,5 km zijn we terug op ons startpunt en bestellen we een rasechte Mythos op het terras van een van de taverna’s. De vissers zijn naar huis, de schoolbus arriveert toeterend en een stroom kinderen met schooltassen zwermt uit over de straatjes.

Eindeloze oevers

Op jacht

Natuurlijk hadden we stiekem gehoopt dat we flamingo’s zouden zien tijdens onze wandeling naar en langs de zoutpannen. Maar ja, geen water en dus geen roze steltlopers te zien. Maar er is nog een kans. Ze worden ook regelmatig gezien in het eveneens op het zuidelijke deel van Corfu gelegen Korissonmeer. Dat is een lagune die in de Venetiaanse tijd is afgedamd van de zee. Op de smalle strook die het meer nu van de zee scheidt, ligt nu een prachtig wit, langgerekt strand. Genoeg ingrediënten om een ruim 16 km lange wandeling rond het meer te maken.

Traditionele schuur

Landbouw

We starten in de buurt van het dorpje Linia waar een smalle weg naar de kust loopt. Wij bewaren die kust en bijbehorende verkoelende zee voor later, we volgen eerst de ‘landkant’ van het meer. Dat blijkt nog een aardige opgave, want ook hier vinden we een wirwar aan onverharde landweggetjes die op geen enkele kaart staan. Ze brengen ons wel naar de mooiste plekjes. Zo vergapen we ons aan een oude schuur, nog vrijwel geheel in oorspronkelijke staat. we wandelen langs kleine huizen, verstopt tussen de olijfbomen. De landerijen op de oever aan deze kant van het meer zijn grotendeels in gebruik voor kleinschalige landbouw.

Onze flamingo’s: geen spat roze te bekennen, maar toch heel mooi!

Daar zijn ze!

Na ruim twee uur rondslingeren komen we dan eindelijk aan de oever van het grote meer en vallen gelijk met de neus in de flamingo-boter. Daar stappen er een paar rustig door het water, kunstig balancerend op hun lange poten. Drie flamingo’s hebben zich even verderop wat dichter bij de oever gewaagd en laten zich onverstoorbaar fotograferen. Zelfs als er een keffend klein hondje komt aangestormd, kijken ze alleen even onderzoekend op. Alsof ze weten dat het kleine mormel niet zover het water in durft, stappen ze rustig verder, het hoofd zo af en toe onder water stekend. ‘Onze’ flamingo’s zijn helemaal niet roze, zoals je ze op foto’s en film ziet, maar van een soort onbestemd grijs/wit. De roze kleur schijnt afkomstig te zijn uit het voedsel dat ze verorberen, met name bepaalde slakken. Het verhaal dat de kleur van opgegeten garnalen afkomstig zou zijn, is een fabeltje. Er zijn ook volop grijs-gekleurde flamingo’s. Algemeen wordt aangenomen dat die ‘minder gezond’ zouden zijn. Nou, dat zal dan wel, maar deze zien er kerngezond uit. En prachtig zijn ze evengoed!

Avontuurlijke oversteek

Strandwandeling

Bijna net zo mooi is de wandeling langs de zeekant van het meer. Een smalle strook zand en een achterliggende zandweg volgen we zo’n drie kilometer. Dan steken we via een enigszins vergaan plankier een smal kanaaltje over. Dat is de verbinding van het meer met de zee. Via een smal pad lopen we verder langs de lagune, waar zich verderop een natuurgebied ontvouwt. Dat bestaat hoofdzakelijk uit zand, begroeid met lage dennen en heel veel jeneverbesstruiken. Deze stekelige struik draagt in september een vracht aan blauwe bessen. Ze worden nogal eens verwerkt in homeopathische middelen en schijnen rijk aan vitamine C te zijn.

Vitamine C

Klaar!

Na de jeneverbessen buigen we af naar het fraaie strand van Issos, vlak bij het startpunt van onze route. Hier wordt het wel heel verleidelijk om de warme wandelschoenen uit te trekken en met de voetjes door de zee te lopen. We treffen zowaar een paar andere badgasten, al is het strand hier zo uitgestrekt dat je die gemakkelijk kunt ontlopen als je graag een eigen stek wilt hebben. Moe, voldaan en met gekoelde voeten voltooien we onze wandeltocht. Bij Linia zagen we een wel heel aantrekkelijke taverna, met de vertrouwde Griekse menukaart. Zullen we daar dan maar ….?

Praktisch

Deze wandelingen zijn afkomstig uit Wandelen op Corfu, een gids met 21 rondwandelingen op het eiland Corfu (Korfoe), Griekenland. Kijk voor meer informatie op www.wandelenopcorfu.nl. Daar vind je ook de routebeschrijving van een andere wandeling uit de gids. De gids direct bestellen kan natuurlijk ook. Ga daarvoor naar onze webshop.

Meer lezen over wandelen op Corfu? Lees dan deze blogs

Groene wandeling door Corfu-stad

Corfu: op visite bij Keizerin Sissi

Agios Georgios: For your eyes only. James Bond op Corfu

De tweede lente: september op Corfu

De paden op, de zoutpannen in bij Lefkimi, zuid-Corfu

Van Sinarades naar Pelekas: bergwandelen op Corfu

De grillige zuidpunt van Corfu

Winter)wandelen op Corfu

Verantwoording

Dit artikel verscheen eerder in het lentenummer 2018 van Griekenland Magazine.

© Tekst: Paul van Bodengraven, Foto’s: Marco Barten, One Day Walks