Voor veel mensen is Zweden het land van de oneindige bossen en talloze meren. En natuurlijk de fascinerende scherenkust. En dat klopt in veel gevallen ook. Maar er is meer. De meest zuidelijke provincie Skåne wijkt in landschappelijk opzicht sterk af van de rest van het land. In het noorden vind je ook de dichte bossen, maar de natuur in de provincie is verder veel opener. Te voet verkennen we een paar van de mooiste natuurreservaten.

Waarom een natuurreservaat bezoeken als je er ook zes kunt combineren? Skrylle gården is de verzamelnaam van in totaal tien verschillende natuurreservaten die vlakbij elkaar liggen en die onderling verbonden zijn via groene zones en wandelpaden. Op steenworp afstand van het nationaal park Dalby Söderskog, ook dat nog.

Vanaf het Skrylle Naturum vertrekken we voor een rondwandeling die ons langs zes van de tien reservaten zal brengen. Zijn we bij de start nog omringend door zwetende joggers die gebruik maken van de grindpaden, een stuk verder laten we de ‘drukte’ achter ons en dringen verder door in de groene rust. De bossen van het Skrylle naturreservat zijn ooit aangeplant voor bosbouw. Maar sinds een paar decennia is dat verleden tijd en mag de natuur hier zijn gang gaan. Dat heeft geleid tot meer gevarieerd bos. En hier in Zuid-Zweden bestaat dat voor een belangrijk deel uit loofbomen, in tegenstelling tot de talloze dennen en berken die noordelijker de boventoon voeren.

De inwoners van Rökepipan

Goede buren

Haast ongemerkt wandelen we Rökepipan, het volgende natuurreservaat binnen. De bomen maken hier op een aantal plekken plaats voor kleine weides, waar we prompt op een paar Schotse Hooglanders stuiten die onverstoorbaar liggen te herkauwen. Met een boog lopen we om ze heen, rust moet je niet verstoren. Aan de rand van de weide stuiten we op een veldje met bloemen, waaronder knikkend nagelkruid en handekenskruid, een orchideeënsoort. Kennelijk kunnen die kwetsbare soorten prima overleven naast hun grote buren die verderop een behoorlijk stuk van het pad vertrapt hebben. Misschien zijn ze van nature voorzichtiger met de natuur dan met menselijke infrastructuur?

Knikkend nagelkruid

Oneindig dwalen

Nog meer van die veldbloemen (en koeien, maar dan gewoon melkvee) zien we in het volgende reservaat: Dalby fälad. Dat is niet veel meer dan een weiland waar een paar koeien grazen tussen de wilde bloemen en grassen. Niet van dat saaie groene raaigras dat bij ons dient als krachtvoer voor het melkvee, maar een natuurlijk begroeid veld. Vanuit hier heb je goed zicht op het volgende beschermde gebied: Knivsås-Borelund. Dat bestaat uit zandruggen die in de ijstijd zijn opgestuwd.

Inmiddels zijn ze begroeid met stoere beuken en bieden na de zonnige weides aangename verkoeling. En zo wandelen we van het ene reservaat naar het andere, elk met zijn eigen bijzonderheden en charme. We raken weer even de rand van de bewoonde wereld bij de kerk Torna-Hällestad en buigen dan terug richting ons startpunt. Na 6 uur wandelen, moe en vol indrukken komen we terug bij het Skrylle Natrum.

Natuur én recreatie in Stenshuvud Nationalpark

Naar de kust

Skåne wordt aan drie kanten omringd door de zee, dus een mooie kustwandeling maken is hier niet heel ingewikkeld. We kiezen voor het nationale park Stenshuvud, aan de oostkust. Het is een van de kleinste nationale parken van Zweden en dankt zijn naam aan een bosrijke heuvel van ongeveer 100m hoog, die zo ongeveer aan het strand grenst. De rondwandeling die door het park is uitgestippeld is zo’n 8 km lang en brengt ons naar alle uithoeken ervan, inclusief de top van de heuvel en de kleine vuurtoren aan de zuidpunt van het park. Er schijnen hier boomkikkers te leven, maar de kleine groene vrienden hebben zo’n beetje de beste schutkleur ter wereld en zijn buitengewoon lastig te ontdekken tussen het struweel van het park. Mensen zijn heel wat eenvoudiger te vinden, want het strand van Stenshuvud is een redelijk populaire plaats voor zon- en zeeliefhebbers. En ondanks dat de lucht niet strakblauw is zijn er toch mensen naar dit stukje van de kust gekomen om te genieten van de zomer. Het levert een wonderlijk beeld op van spelende kinderen met schepjes, midden in een nationaal park.

Na een stukje steppeachtig grasland buigen we het binnenland in. Dat blijkt, met name het stuk naar de top van de heuvel, verrassend dichtbegroeid. De wandelroute is gemarkeerd met banden om de bomen en dat is wel zo handig, want een pad is soms nauwelijks te onderscheiden. We zien een eekhoorn voorbijrennen, een slang door het gras schieten, ontdekken sporen van een das en horen heel wat vogels. Na drie uurtje hebben we het hele nationale park gezien.

Relief in het Zweedse vlakke land: Kullaberg

Kliffenkust

De Zweedse kust is vlak, zeker in het zuiden. Maar er is een uitzondering: bij Mölle aan de westkust steekt een lange vinger de zee in, die hoog boven de kust uit torent. De Kullaberg zorgt hier voor een onvervalst stukje kliffenkust, dat spectaculair oogt en voelt. Tenminste aan de kuiten, als je van boven afdaalt naar de zee, om daarna weer terug te keren naar het hooggelegen wandelpad.

Mölle zelf oogt bijna Engels, met zijn houten, paviljoenachtige huizen op de berg. Dit is duidelijk een stukje goudkust, waar de beter gesitueerde Zweed een stulpje met zeezicht heeft weten te bemachtigen. Het landschap van dit natuurreservaat is zo anders dat het veel mensen trekt. Zoveel dat het bepaald ‘druk’ te noemen is, naar Zweedse maatstaven. Bijvoorbeeld bij de vuurtoren boven op de berg waar je kunt genieten van 360 graden uitzicht. Maar ook beneden bij de strandjes aan de voet van de berg, zeker als die via goede voetpaden en trappen bereikbaar zijn. Bij eentje zien we zelfs een café met een klein terras, maar het is er te druk om een plekje te bemachtigen.

Hier vind je allerlei type wandelaars: de echte outdoor-types die gewapend met stokken en serieuze uitrusting hun weg langs de kust zoeken. Maar ook mensen met kleine kinderen op teenslippers die een loopje naar de vuurtoren maken, of naar het strand. Wij trekken onze wandelschoenen aan voor een rondwandeling van ruim 11 km die vanaf de vuurtoren zo’n beetje het hele schiereiland rondslingert, met aan beide kanten zicht op zee. De rotskust is ronduit spectaculair ruig en doet een beetje aan zuidwest Engeland denken. De dapper wapperende Zweedse vlaggen die je her en der ziet herinneren ons eraan dat ook deze rotspunt bij Skåne hoort.

..

Het goede Zweedse leven

Zoveel meer

Wie de Zweedse natuur hier te voet wil ontdekken, kan zich hier uitleven. Van vlakke zandbanken en zoutwaterdelta’s tot donkergroene bossen, van verscholen meertjes tot een smalle rivier die door een ravijn kronkelt, jet vindt het in Skåne. De afwisseling in terrein en vegetatie is groot en dat maakt het tot een van de leukste regio’s om te wandelen!

Praktisch

De hier beschreven wandelingen zijn afkomstig uit de Wandelen in Skåne, een gids met 21 rondwandelingen in deze Zuid-Zweedse provincie. Kijk op onze website voor meer informatie. De gids direct kan natuurlijk ook. Ga daarvoor naar onze webshop.

Meer lezen over Skåne

Op pad met Kurt Wallander in Ystad

Torekov: winderige kustwandeling in Zuid-Zweden

Overal zee: het schiereiland Falsterbo in Skåne

Wandelen op het eiland Ven

Verantwoording

Dit blog is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in Nordic nummer 1, 2023.

© One Day Walks BV

Tekst Paul van Bodengraven

Foto’s Marco Barten