The toughest part of the GR130 is along the northern coast. A succession of deep and steep-sided barrancos have to be crossed using convoluted paths. It all takes time, so give it plenty of time (…)” staat er in de Cicerone wandelgids Walking on La Palma van Paddy Dillon bij de etappe die we vandaag gaan doen. En de tijd nemen, dat doen we. Waar Paddy deze 18 km in raketsnelheid van 5 uur zegt af te leggen, hebben wij 8,5 uur nodig. Zoveel moois om te kijken, zoveel diepe barranco’s om over te steken, zo vaak een pauze om op adem te komen. Maar inderdaad, geen woord gelogen: dit  behoort tot de mooiste stukken van de GR130, de Camino Real de la Costa, het langeafstandspad dat rond La Palma slingert. 18 km genieten én afzien!

….

Ouderwetse vervoersmiddelen in Franceces

GR130: Het echte La Palma

De hobbelende mini-bus is al ruim 40 minuten onderweg als we via een smal straatje het gehucht Franceses binnenrijden. Langs de straat zitten een paar mannen, met een ezel, de eerste die we zien deze vakantie. Het dorpje is verder stil en op en top Spaans; geen toeristen, geen terrassen. De huisjes liggen uitgesmeerd over de heuvel, de mini-bus kan maar net door de smalle hoofdstraat manoeuvreren. Als we uitstappen, vraagt een fietser of ze mee mag, terug omhoog. Met wat passen en meten past ook haar racefiets in het busje. Wij zetten onze eerste stappen richting Garafia en groeten de mannen en ezel als we het dorpje verlaten.

Bloeiende pericallis kleurt het wandelpad paars in deze tijd van het jaar

De diepte in

Na een soepele start over de paden die het dorp uit lopen, komen we al snel aan de rand van de eerste barranco, die meteen de diepste schijnt te zijn: de Barranco de las Traviesas. Die staat inderdaad garant voor een steile afdaling langs de wand van de kloof. Over goed gemarkeerde, deels met keien geplaveide paden zigzaggen we naar beneden. De kloof is zo’n 300 meter diep en het duurt dan ook een tijdje voordat we met aangespannen kuiten van het afdalen op de bodem staan. Imposante rotswanden rijzen aan weerszijden op en hoog boven ons lonkt de bovenrand van de kloof. Met een koek achter de kiezen beginnen we aan de klim. Die is al even steil en met de nodige onderbrekingen bereiken we na ruim drie kwartier klimmen de bovenkant. Om te ontdekken dat direct daarachter de volgende kloof wacht: barranco de los Hombres.

En weer omhoog

Vertraging

Deze kloof ziet er zo mogelijk nog imposanter uit (en dieper). Opnieuw dalen we af langs smalle, gemarkeerde paden van de GR130, die via de steile helling naar beneden zigzaggen. Niet echt geschikt als je hoogtevrees hebt. Zo af en toe lopen we langs grotten in de rotswand, mooie plekken voor een pauze of om je te verstoppen als berggeit. Die schijnen hier rond te wandelen, al zien wij alleen af en toe wat keutels op het pad. De spieren in de bovenbenen verzuren een beetje van het jezelf tegenhouden tijdens de afdaling en beneden in de kloof lassen we dan ook een uitgebreide pauze in. Echt opschieten doet het niet zo; we halen nauwelijks de twee kilometer per uur. Omhoog lopen is op een andere manier zwaar: minder belastend voor de beenspieren, maar het doet een aardige aanslag op de ademhaling. Opnieuw stoppen we regelmatig om uit te hijgen en te genieten van het uitzicht. Want dat is ongeëvenaard mooi! Ongerepte natuur, geen landbouw, geen huizen, geen wegen. 100% natuurlijk La Palma, gevormd door vulkanen. En alleen te voet bereikbaar!

De betoverend mooie noordkust

La Palma op zijn mooist

Nu kan ik een beschrijving maken van elke barranco (6!) die we ‘doen’ en hoe zwaar dat is, maar dan ben ik nog wel even bezig. En komt de nadruk te liggen op de inspanning op de GR130, terwijl het gaat om de beloning. En die is groots en meeslepend: het uitzicht over de noordkust van het eiland is fantastisch, zeker als de zon zich laat zien. We zie hoe de witte, schuimende golven aanspoelen op de kust, die hier hoofdzakelijk bestaat uit zwarte rotsen. Een enkel klein strandje, maar verder onherbergzaam en ontoegankelijk. De vegetatie, die in deze tijd van het jaar uitbundig groen is, loopt door tot de rand van de kliffen, rotsplanten wringen zich uit het gesteente en kleuren de hellingen groen. Het aantal soorten bloemen is niet te tellen, van veelkleurige lathyrus tot stamvormende leeuwentanden (paardenbloemen), van klaprozen tot gele klaver en bloeiende struiken die ik niet bij naam ken. Een geurend en kleurig decor waar ons pad doorheen slingert.

..

Manshoge cactussen bepalen het beeld bij Don Pedro

Escape?

Na zo’n 10 km bereiken we het gehucht Don Pedro, niet veel meer dan drie huizen en een weg. Daar treffen we twee andere duo’s van wandelaars die hier wachten op een taxi. Prominent langs de weg staat een bord met een telefoonnummer waarmee vervoer kan worden ingeroepen. Na vijf uur klimmen en dalen is het erg verleidelijk, maar toch doen we het niet. Hoe vaak ben je in de gelegenheid om te genieten van al dit moois? Dus tanden op elkaar en doorgaan. Het wordt vast wel wat vlakker hierna, zo houden we ons voor. Wat in ieder geval wat vlakker wordt hier, is de begroeiing. Liepen we op sommige stukken nog door een bosachtige setting, hier is het landschap leeg en voornamelijk bezaaid met struikjes, manshoge cactussen en een enkele palm of drago (drakenbloedboom). De wind trekt aan en vanaf zee rukt de nevel op, landinwaarts.

Stramme kuiten

Waar is Garafia?

Na ruim zes uur lopen, klimmen, dalen en genieten begint het toch wel zwaar te worden, zeker als je merkt dat we nog steeds maar 13 km hebben afgelegd. Op de kaart zien we dat de volgende kloof op ons ligt te wachten en van Garafia is nog geen spoor aan de horizon te bekennen. De natuur blijft even mooi, de bewolking wordt wat zwaarder. De rugzak ook, maar dat is psychologisch, want de voorraden water en eten zijn al aardig aangesproken. Nu komt het aan op karakter en doorzetten, maar dat kunnen we wel. En het zal wel moeten, want de bewoonde wereld is hier behoorlijk ver weg.

Ja, we begrijpen nu wel waarom het zo groen is hier!

Daar is Garafia!

Moeder Natuur geeft nog even uitleg waarom het hier zo groen is en trakteert ons met nog twee kilometer voor de boeg op een regenbui. Niet langdurig, maar intens genoeg om flink nat te worden. Lang leve de water-werende jas! De allerlaatste barranco is een beetje glibberig door de bui, maar in de wetenschap dat daarboven Garafia ligt, houden we de moed erin. Zo bereiken we dan toch naar 8,5 uur ons eindpunt. De autostoelen zitten onverwacht zacht en de benen kunnen zich wat ontspannen. In de wetenschap dat we wellicht het mooiste stuk van La Palma belopen hebben, keren we moe en tevreden terug naar de bewoonde wereld. Morgen maar een rustdag inlassen?

GR130 praktisch

De GR130 Camino Real de la Costa is ongeveer 160 km lang en loopt het hele eiland rond. Je zou het in zes tot tien dagen kunnen aflopen, maar de zes door Paddy Dillon uitgezette etappes vinden wij over het algemeen veel te lang. Wij hebben tot nu toe het stuk aan de westkust, vanaf Los Lianos, in noordelijke richting gelopen. Met wat puzzelen zijn de etappes prima op te knippen in dagwandelingen over de GR130. De hier beschreven etappe is het langste (tot nu toe). Wij liepen:

  • Los Llanos – El Time (circa 6 km)
  • El Time – Tijarafe (circa 7 km)
  • Tijarafe – Tinizara (circa 6 km)
  • Tinizara – Las Tricias (10 km)
  • Las Tricias – Garafia  (11 km)
  • Garafia – Franceses (in omgekeerde richting) (18 km)

Al deze dorpen zijn per bus bereikbaar. Zet je auto aan het eindpunt, pak de bus naar het startpunt en loop dan op je gemak naar je auto.

Meer lezen over wandelen op La Palma?

Langs de vulkanen van zuidelijk La Palma