Wandelen is fijn, luieren en genieten van de zon ook. Een tripje naar het eilandje Ammouliani is een leuk uitje, waarbij ook wat gewandeld kan worden. Het eiland is ongeveer vijf vierkante kilometer groot en ligt voor de kust van Athos, de derde ‘vinger’ van Chalkidiki. Dit is een populaire bestemming voor Grieken om in het weekend een of twee dagen aan zee door te brengen. Dat is begrijpelijk, want de witte zandstranden zijn hier prachtig. Het oorspronkelijke visserseilandje is daardoor veranderd in een vakantieparadijsje, zonder dat het al te massaal oogt.

Op de boot

Ammouliani is alleen per boot bereikbaar vanuit Tripiti. Dat ligt op het noordelijk deel van Athos, aan de kust. Veel meer dan de haven is het eigenlijk niet, een wegwijzer ‘Ammouiani Island’ stuur ons naar een betonnen kade en de pontachtige veerboot. De auto kun je hier gemakkelijk kwijt en we haasten ons aan boord van de veerboot die bijna lijkt te vertrekken. Lijkt, want ondanks dat de boot aardig vol is, wachten we nog twintig minuten tot een laatste vrachtwagentje aan boord is. Klep omhoog en varen maar!

Onze wandeling loopt vanaf de aanlegplaats van de boot in het enige dorpje via onverharde wegen naar het grootste strand aan de andere kant van het eiland. Maar eerst verkennen we het dorpje dat uit niet veel meer bestaat dan een paar straatjes, een toeristenwinkel, een kleine supermarkt en wat café-restaurants. Voor we op pad gaan bestellen we koffie en baklava.

..

Rustig op pad

Het tochtje naar de andere kant is nog geen twee kilometer en dus nemen we de tijd want voor je het weet ben je op het strand. Daar willen we een paar uurtjes doorbrengen, dus de zwemspullen, leesboeken en picknick slepen we vandaag allemaal mee. Vanaf de rand van het dorp gaat de verharde weg over in zand. De bermen zijn groen-geel en al aardig hoog opgeschoten. Tussen het gras bloeit van alles en bijen en vlinders vinden er voedsel. Maar er zijn meer bermbewoners, zo ontdekken we na een paar honderd meter. Een landschildpad (Testudo hermanni) komt te voorschijn en begint rustig aan de oversteek naar de andere berm. Weliswaar is er weinig verkeer, maar de auto’s die er zijn rijden als een dolle over de zandweg, op weg naar de strand. Voor de zekerheid blijven we maar even bij “onze” schildpad, om zeker te weten dat hij/zij levend de overkant haalt. Dat lukt en daar eenmaal aangekomen verdwijnt Herman weer tussen het groen.

Witte stranden

Wat verderop lopen we langs een paar zoutpannen, waarvan niet echt duidelijk is of ze nog in gebruik zijn. Er staan wel twee roestige machines, maar er is geen mens te bekennen. Eenmaal aangekomen aan de zuidkant van het eiland ligt er een fraai, breed wit zandstrand aan onze voeten. Met twee strandbarretjes en een paar parasollen is dit een prima stek om een paar zonnige uurtjes door te brengen. Het heldere blauwe water biedt verkoeling als het te warm wordt, de strandbar serveert drankjes en hapjes en de zon wordt een beetje getemperd door wat sluierbewolking. Hier gaan we het wel even uithouden.

Kijken en bekeken worden

Het strand is een prima plek om andere mensen te bestuderen. Je ligt een beetje te lezen of om je heen te kijken. Het geeft inzicht in het menselijk gedrag. De een ploft neer en verroert zich een uur lang niet meer, de ander is driftig in de weer met windschermen, stoelen, kuilen graven, de kinderen bezighouden. Weer een ander praat onophoudelijk in een telefoon, een ander wandelt van de ene uithoek van de baai naar de andere kant en weer terug. Wij doen van alles een beetje: zwemmen, liggen, lezen, schelpen zoeken, drankje halen. Maar we worden ook goed in de gaten gehouden, vooral als er wat te eten uit de tas wordt gehaald. Een grote meeuw volgt nauwlettend wat we doen. Stapje voor stapje rukt hij op in ze onze richting en schroomt er daarbij niet voor om over de handdoek van onze buren te trippelen, als zij even zijn zwemmen. De wetenschap dat, zodra je een stukje brood zijn kant op gooit, zijn broers, zussen, neven en nichten ook direct op ons afkomen weerhouden ons ervan om ons broodje te delen met deze weldoorvoede knapperd.

..

Overal kleur

Na een paar heerlijke, luie uurtjes wordt het tijd om weer richting de boot te gaan. We pakken de spullen en volgen een andere zandweg terug richting de haven. Het eiland is vlak en is in het verleden vooral gebruikt voor landbouw. Er zijn nog wel wat akkertjes in gebruik, maar een groot deel is verwilderd en biedt in deze tijd van het jaar (mei) een zee van kleur van wilde bloemen. Van klaprozen tot kaasjekruid en margrieten, het is een fleurig decor waar we doorheen stappen. Leuk voor de foto’s, totdat we in de gaten hebben dat we iets teveel tijd verdoen en zo de veerboot missen. Geen probleem gelukkig, over een uur gaat er weer een, dus zoeken we een terras op in het havenplaatsje.

Met 4,2 km op de teller kunnen we dit niet een échte wandeling noemen, maar het is wel een heel leuk uitje, dan een plek krijgt als “bonus-wandeling” in onze gids. Want als je op wandelvakantie bent, mag je ook best een dagje rustig aan doen, toch?!

Praktisch

Dit is wandeling 16 uit Wandelen in Chalkidiki, een gids met 16 wandelingen in deze Griekse regio. Kijk op onze website voor meer informatie. Daar vind je ook de routebeschrijving van een andere wandeling uit de gids. Of bestel de gids rechtstreeks bij ons, via onze webshop. De veerboot naar het eiland vertrekt vanuit Tripiti.

Meer lezen over wandelen in Chalkidiki? Lees dan deze blogs

Polygiros: langzaam door de bergen van Chalkidiki

Gluren bij de buren: de kloosters van Oros Athos

Sithonia – Chalkidiki voor rustzoekers

Schildpadden in het natuurreservaat Sani, Chalkidiki

Kaap Paliouri, Chalkidiki: bloementapijt aan zee

Chalkidiki: het zuiden van het schiereiland Kassandra