Ook als je twaalf (bijna dertien) wandelgidsen hebt gemaakt, gebeurt het nog regelmatig dat je de verkeerde weg of route kiest, of gewoon verkeerd loopt. Zodat het anders loopt dan je van te voren had bedacht. Vandaag wilden we het kleine Nationale Park Garphyttan in de Zweedse provincie Örebro ontdekken, beroemd om zijn bloemenweides. Maximale ronde circa 5 km, dus dat is een ‘eitje’. Maar dan moet je wel de juiste bordjes volgen….

De verkeerde kant

We zijn zo’n veertig minuten op weg als we ons beginnen af te vragen of het nu wel echt de bedoeling was om zo lang langs een steenslagweg te lopen. We zien weliswaar nog steeds blauwe bordjes, en we wilden de blauwe route volgen, maar voor ons gevoel hadden we al lang rechts af moeten slaan…. Een man op een brommer, met net zo’n beperkte kennis van het Engels als ons Zweeds,  gebaart dat we terug moeten: “national park”. Aha, daar zijn we dus nu niet. En dat betekent dat we omkeren en 3,5 km terug wandelen langs dezelfde steenslagweg. Best mooi hoor, en heel veel bloemen langs de weg. We hebben braaf de blauwe bordjes gevolgd, maar die zijn dus van het regionale langeafstandpad, de Bergslagsleden, zo blijkt.

Oude boerderij

Garphyttan is een van de oudste (1909) en kleinste nationale parken in Zweden. Het omvat  de landerijen van wat vroeger een van de vier regionale boerderijen is geweest, die werkten voor de lokale mijnbedrijven. Voor het werk in de mijnen waren heel wat PK’s nodig en die werden geleverd door paarden. Maar dieren hebben ook eten nodig en op de boerderijen konden ze grazen en rusten. Bovendien werd er hooi geteeld, om hen ook in de winter van eten te kunnen voorzien. Daarvoor werden de velden gemaaid en zo waren er dus open weides, midden in het bos. Weides die pas werden gemaaid als het gras lang was en dus volop konden bloeien. Het was juist die bloemenpracht die, bij het sluiten van de mijnen, maakte dat de mensen toch waarde hechten aan het behoud ervan. En zo kreeg het, vanuit de conserveringsgedachte, een bestemming als nationaal park.

Bloemenzee

Eenmaal terug bij het startpunt vinden we dan wel het juiste pad en maken we een rondje door het kleine park. De bloei is dan weliswaar al een beetje over zijn hoogtepunt heen, maar we zien nog van alles wat kleur geeft aan het veld: honderden akeleien, grote groepen gevlekte orchideeën, scabiosa’s en diep-paarse distels. Maar ook minder frequent voorkomende bloemen, waaronder de fel oranje roggelelie. Die laatste lijkt verdacht veel op de  lelies die je bij de bloemist kunt kopen, maar is daar toch het wilde zusje van. In Nederland komt deze vrijwel niet meer in het wild voor en zijn we dus geneigd de bloem als cultivar te beschouwen als je ‘m eens in het veld tegen komt. Maar hier kun je er gerust op zijn, dit is een echte!

Da’s een das!

Op de terugweg richting ons startpunt schuift er een grijs dier met zwart-witte strepen door het gras. Heftig snuffend, kop gericht naar de grond. Het snuft onze kant op en lijkt vast besloten ons smalle wandelpad te kruisen. Ik doe twee stappen terug, kijk nog eens goed en roep dan “Da’s een das”. Waarop het normaal zo schuwe dier zijn kop omhoog steekt uit het lange gras, ons ziet en meteen de benen neemt. Voorbij fotokans! Zo’n kans krijg je niet twee keer op een dag, dus we gaan zonder dassenfoto, maar wel met zeven extra kilometers Bergslagsleden in de benen terug naar Örebro-stad. Op zoek naar een terrasje om te proosten op onze das!

Praktisch

Voor Nordic Magazine zijn we een lang weekend in de regio Örebro, voor twee artikelen. Eentje daarvan gaat over de wandelmogelijkheden, o.a. in de Nationale Parken Garphyttan en Tiveden. En over het langeafstandspad in de regio: de Bergslagsleden. Dat loopt van noord naar zuid door de provincie Örebro en is 280 km lang, opgedeeld in 17 etappes.