Het is een onbewoond eiland, een nationaal park en je kunt er maar drie maanden van het jaar naartoe: juni t/m augustus. Kortom, het is now or never. Ergens in deze zes weken dat we door de Zuid-Zweedse provincie Småland zwerven, bezig met een nieuwe wandelgids, gaan wij het mini-eilandje Blå Jungfrun bezoeken. De zon schijnt uitbundig deze week, dus gelijk toeslaan: we gaan! Het ligt zo’n 20 km uit de kust bij Oskarshamn, zo’n beetje ter hoogte van de noordpunt van het eiland Öland (groter, wel bewoond, geen nationaal park, ook prachtig!). En dus schepen we ons in op een zonnige dag voor een middagje wandelen op een klomp graniet in de Oostzee. Välkommen till Blå Jungfrun!

Bij vertrek in Oskarshamn, nu nog op het voordek

Overal water

Er zijn nog zo’n vijfendertig andere mensen die vandaag naar Blå Jungfrun willen. En daarmee is onze boot, die maximaal onderdak biedt aan 57 mensen, niet geheel gevuld. En die willen ook niet allemaal op het voordek zitten (wij begrijpen later waarom), en dus hebben we keuze als we ons installeren voor een boottocht van 1,5 uur. Koffie is aan boord verkrijgbaar en het schip is dan weliswaar niet zo groot, maar de motor ronkt krachtig en dat geeft vertrouwen. Wij zijn klaar voor de overtocht. In de haven lijkt het niet hard te waaien, maar eenmaal op zee blijkt dat toch net even anders. Onze boot stampt door de golven en met enige regelmaat stuift er water over de voorpunt. Een mevrouw voor ons heeft dapper haar regenjas aangetrokken en houd stand, wij kiezen na verloop van tijd voor een plek op het luwere achterdek.

Rood graniet boven de waterlijn

Bult

In de verte zien we een vage bult boven de horizon, waar ons scheepje op af koerst. Naarmate we dichterbij komen rijst die bult wat verder op uit het blauwe water. Vanwege de noordoostelijke wind leggen we vandaag aan aan de zuidkant van het eiland, zo meldt de kapitein. Aan de noordkant zou het schip zo op de rotsen beuken. Steigers zijn er niet, het schip moet een natuurlijke aanlegplek vinden bij de rotskust. Eenmaal aan de zuidkant van Blå Jungfrun aangekomen is de zee inderdaad een stuk rustiger. Op ons gemakje kunnen we de kust in ogenschouw nemen. Wat opvalt is de rode kleur van het graniet. Die is zo’n 2 meter boven de zeespiegel niet of nauwelijks begroeid. Want in onstuimiger tijden spoelt alles wat probeert te groeien op het harde gesteente er ook zo weer af. Met de neus naar voren legt het schip aan en via een heuse loopplank mogen we aan land.

Er zijn bomen!

.

Wandelen

Met zijn 35-en over een loopplank én een groep reizigers die staat te wachten om weer in te schepen; het leidt tot wat drukte op ‘de kade’. Maar eenmaal wat hoger op het eiland zien we hoe de groep zich verdeeld. Je kunt hier een korte rondwandeling maken van ruim 4 km, dat gaan we doen! Groot blijft toch altijd weer mijn verbazing dat een aanzienlijk deel van de bezoekers met de coolbox naar het rotsige strandje even verderop rent en zich daar installeert. Ben je nu echt hier naartoe gekomen om 3 uur in de zon te zitten?? Wij niet, we gaan op pad! Het gemarkeerde pad leidt ons als eerste het Sydöstskogen (zuidoost-bos) in. Aan de luwe kant van het eiland heeft zich een soort van bosje gevormd. Wonderlijk genoeg overwegend loofbomen, met hogerop ook wat dennen. Het geeft een groen tintje aan een verder bar landschap.

Handig omhoog (en omlaag)

De hoogte in

De naam Blå Jungfrun is afkomstig uit het bijgeloof. In vroeger tijd werd geloofd dat heksen en geesten op de (witte) donderdag voor Pasen op Blåkulla bijeenkwamen om de heksensabbat te vieren. Om dat bijgeloof de kop in te drukken is de naam aangepast, al geldt er altijd nog steeds een bijgeloof: wie een steen van het eiland meeneemt, wordt getroffen door het noodlot. Daar maken de beheerders van het nationaal park dankbaar gebruik van: het is ook volgens hun regels verboden ook maar iets van het eiland mee te nemen. We wandelen op ons gemakje verder omhoog, maar dat blijkt al snel toch wat pittiger dan gedacht: het eiland is op het hoogste punt 86,5 m hoog en om daar te komen moet je in redelijk korte afstand toch wat hoogtemeters maken. Her en der zijn op de gladde rotsen railings aangebracht die je helpen veilig omhoog of omlaag te komen.

Een en al steen

De noordkant van Blå Jungfrun

Eenmaal over de top heen krijgen we zicht  op de ruigere en veel minder begroeide noordkust. Aan deze kant liggen twee imposante granietplateaus, plekken waar de boot ook kan aanleggen als de wind gunstig is. Nu liggen ze er stilletjes bij, te glimmen in de zon. We zien wonderlijk uitgesleten vormen, rondingen die door de voortdurend waterstroom rond het eiland zijn veroorzaakt. We nemen een kijkje bij een kolk die is ontstaan door het voortdurend door de wind opgestuwde water. Nu oogt het eiland lieflijk en vredig, maar reken maar dat het hier kan spoken (!) als de weersomstandigheden minder goed zijn. Al kijkend, pauzerend voor foto’s en treuzelend om al dat moois te bewonderen hebben we ongemerkt al 2,5 uur van onze drie uur op het eiland ‘verbruikt’ als we terugkeren bij het punt waar de boot straks weer aanlegt om ons op te halen. Nog even snel met de voetjes in het koude water en dan moeten we het eiland alweer verlaten.

Dagje uit

Wijs geworden door de heenreis verschansen we ons nu direct op het achterdek, maar dat blijkt onnodig: de wind is gaan liggen en de golven dus ook. Met een biertje (ook aan boord verkrijgbaar) in de hand en genietend van het zonnetje tuffen we terug naar Oskarshamn. 4,2 km wandelen is nauwelijks serieus genoeg om op te nemen in een gids met 21 wandelingen. Maar het is wel een heel erg leuk dagje weg als je in Småland bent en de tijd ervoor hebt. De oplossing: een bonus-wandeling! Dit wordt gewoon wandeling 22 in onze nieuwe gids!

Praktisch

We zijn in Småland, de zuidoostelijke provincie van Zweden die zich grofweg langs de kust uitstrekt van Kalmar tot net onder Valdemarsvik. En van de kust doorloopt tot aan het Vättern, het meest oostelijke van de twee grote meren. We blijven hier zes weken om een nieuwe wandelgids samen te stellen. Dat wil zeggen: zes weken wandelen, routebeschrijvingen maken, foto’s schieten en dan de mooiste tochten uitkiezen. Als het allemaal volgens planning verloopt verschijnt de nieuwe gids in januari 2019. Kijk tz.t. op onze website www.onedaywalks.com. Of volg onze belevenissen deze weken in Småland via onze Facebook-pagina, waar we vrijwel dagelijks foto’s plaatsen.

Meer lezen over wandelen in Småland? Bekijk dan deze blogs:

Wandelen in de tuin van Carl Linnaeus

Oktober in Småland is rood

Store Mosse: wandelen door het hoogveen

Blå Jungfrun: wandelen op een onbewoond eiland

Op stap langs het Vättern in het land van John Bauer